Tent

Opzetten keukentent

Onderdelen

  1. De tent bestaat uit een voorkant (met deur) en een achterkant (dicht). Deze zitten in een groen-witte tas met twee zakken met haringen en twee rubberen hamers.
  2. Dan is er het hoofdframe in een witte zak.
  3. Verder is er een tussenstuk in een gele zak.
  4. Bij dat tussenstuk hoort een frame dat in een witte zak zit (kleiner dan de zak voor de tent).

Opzetten

  1. Pak de zak met het frame uit op de plaats waar je de tent wilt opbouwen.
  2. Leg alle stukken los op de grond volgens de kleurencodering. Steek de onderdelen niet in elkaar voordat je alles uitgelegd hebt.

kleurcodering: alle onderdelen van het dak zijn blauw. Alle onderdelen van de poten zijn rood. Alle onderdelen van de middenpoten zijn geel. De hoekstukken vormen de verbindingen tussen dak en poten en hebben dus twee kleuren: blauw en rood. Alle onderdelen die bij het tussenstuk horen hebben dezelfde codering, maar hebben bovendien een witte band. Alle onderdelen van het frame die wit zijn zitten in de kleinere zak met palen.
  3. Steek de stukken van het frame helemaal in elkaar. Dit gaat het beste als je het met z’n vieren doet. Let op je hoofd, er vallen wel eens stukken los.
  4.  De middenpoten zitten in de nok vast met een T-stuk (geel) dat op de nokbuis wordt geschoven. Zet deze poten aan de voor- en achterkant van de tent (bij gebruik van het tussenstuk ook een poot [geel] in het midden zetten).
  5. Als het frame staat, controleer je of de palen mooi op een rij staan en alle de grond raken.
  6. Dan timmer je alle poten vast met een hoekharing. Controleer nog eens of alle stukken van het frame helemaal in elkaar geschoven zijn.

Het tentdoek

  1. De voor- en de achtertent moeten aan elkaar geregen worden met de touwtjes.
  2. Begin in het midden (dus bij de nok van de tent), die is gemarkeerd.
  3. Rijgen: 1ste touwtje van tentdeel A gaat door oog van andere tentdeel B, dan weer door oog van het deel A.
  4. Pak touwtje 2, haal dat door touwtje 1 en ga dan verder zoals met het vorige touwtje. Controleer steeds of je geen oog of een ander touwtje mist, anders hangt je rijgwerk er slordig bij en is de tent niet water- en winddicht.
  5. In het laatste touwtje van de reeks leg je een knoop, die houdt het geheel vast.
  6. Al het tussenstuk ertussen moet heb je twee rijgnaden. Let op de binnen en buitenkant van het tussenstuk.
  7. Dan schuif je de tent over het frame, met vier personen. Zorg dat het doek goed over het frame ligt. De stukken die op het frame liggen zijn dubbeldik. Gebruik de kisten om er makkelijk bij te kunnen.

Haringen

  1. Als het doek goed ligt, haak dan de elastieken aan de binnen-onderkant die bij een paal zitten, aan de voet van die paal vast.
  2. Sla dan voor de vier hoekscheerlijnen een hoekharing. Deze scheerlijnen moeten vastzitten in verband met de windgevoeligheid. Dan in allegaten van de grijze slikrand gladde haringen slaan.
  3. De tent is nu klaar om in te ruimen.